Steven Bol Kousenbandslangen

Algemeen

Volwassen man T.p.rubrilineatus (nakweek)

Thamnophis proximus rubrilineatus, de Roodgestreepte Lintslang is met zijn prachtige rode rugstreep een zeer attractieve en nog altijd zelden gehouden en gekweekte ondersoort van  T.proximus.

Habitat van T.p.rubrilineatus in Real County (Maart 2012)

Lintslangen (de algemene naam die soms wordt gebruikt voor T.proximus en T.sauritus) zijn slank gebouwde soorten behorende tot het geslacht Thamnophis die heel goed zijn aangepast aan het klimmen in dunne takjes van struiken om op boomkikkers te jagen.

T.p.proximus en T.sauritus sackenii zijn 2 lintslangen die wat vaker voorkomen in kousebandslangen collecties.

Lengte en grootte van Thamnophis proximus rubrilineatus

Volwassen man T.p.rubrilineatus (nakweek)

Thamnophis proximus is voor een kousebandslang relatief lang. In de literatuur vind je als maximum lichaamslengte 90 cm (de slang miste een stukje van de staart; Rossman, Ford & Siegel, 1996).

Uitgaande van een gemiddelde relatieve staartlengte van 25 – 33% zou deze slang een totale lengte hebben gehad van 120 – 134 cm.

Volwassen man T.p.rubrilineatus (nakweek)

Gemiddeld blijven deze slangen echter een stuk kleiner; de meeste volwassen slangen  zijn 60 – 90 cm lang.

Mannetjes blijven beduidend kleiner en slanker; oude vrouwtjes daarentegen kunnen vrij groot worden met een relatief zware lichaamsbouw.

Beschrijving van de Roodgestreepte Lintslang

T.p.rubrilineatus; volwasen vrouw in Real County (Maart 2012)

De Roodgestreepte Lintslang is vanwege zijn rode rugstreep makkelijk te onderscheiden van de andere ondersoorten van T. proximus.

De intensiteit van de rode kleur van de rugstreep varieert van bleek naar warm oranje rood tot aan diep donker wijn rood.

Op het internet heb ik ook een afbeelding gezien van T.p.diabolicus met een helder rode rugstreep, maar helaas is het internet niet altijd een betrouwbare bron van informatie.

Volwassen man T.p.rubrilineatus (nakweek)

In de literatuur (Rossman, Ford & Siegel, 1996) heb ik geen enkele aanwijzing gevonden dat de rode rugstreep ook bij andere ondersoorten van T. proximus of T.sauritus voor kan komen.

De buik is meestal bleek zonder een patroon met een wat gouden glans.

De zijstreep is wit of geel, en de kleur op de flanken tussen de strepen is varieert  van groen tot grauw of bruin.

De slangen hebben soms vlekken tussen de zijstrepen, maar meestal is er weinig van een patroon te zien.

Terrarium voor Thamnophis proximus rubrilineatus

Eenvoudig terrarium voor T.p.rubrilneatus (hier met T.s.infernalis)

Als een minimum maat voor 1 of 2 paartjes van deze soort adviseer ik 80 x 50 x 50 cm (L x B x H), maar een grotere bak (150 x 50 x 50 cm) geeft de slangen natuurlijk meer bewegingsmogelijkheden en is ook makkelijker om de ideale temperatuurgradiënt te creëren.

Ik heb deze slangen zowel in een vol-glas als houten (met een glazen voorruit) terrarium gehouden.

Persoonlijk geef ik de voorkeur aan een houten terrarium omdat de slangen soms erg snel kunnen reageren en wegvluchten bij verstoring en ze in een glazen terrarium eerder hun “neus” kunnen stoten.

Voor de juiste verzorging van deze soort zijn er een aantal punten die extra aandacht verdienen.

– Het terrarium moet goed geventileerd zijn, het landgedeelte moet compleet droog zijn en de juiste temperatuurgradiënt moet worden gecreëerd.

– Ik streef altijd naar een warme hoek in het terrarium waar de temperatuur overdag oploopt tot tenminste 30 – 35 °C, terwijl aan de andere kant in de koele hoek de temperatuur niet verder oploopt dan 20 – 24 °C.

– De combinatie van veel en liefst asymmetrische ventilatie in de deksel van het terrarium, een voldoende ruim terrarium (niet te klein en te laag) en een gloeilamp in de minst geventileerde hoek resulteert automatisch in een temperatuurgradiënt.

– Door het wattage te variëren naar gelang de tijd van het jaar regel je de hoogte van de maximum temperatuur.

– Nacht temperaturen mogen in het voor- en najaar aanzienlijk zakken (tot 10 °C of zelfs lager). Dit is geen probleem en simuleert de natuurlijke temperatuursschommelingen gedurende het jaar.

– Ze hebben niet meer dan een waterbak nodig om het goed te doen, hoewel een aquaterrarium (mist het landgedeelte ruim, kurkdroog en warm genoeg is) zeker ook tot de mogelijkheden behoort.

Normaliter liggen de volwassen Roodgestreepte Lintslangen overdag veel te zonnen op de warmste plek in het terrarium (veelal in de takken) en zijn ze goed zichtbaar. Ik geef ze uitsluitend vis (spiering) maar je kan ze ook aan een dieet van baby muisjes wennen. Dit vereist vaak wel wat geduld. Bij een dieet van muis zal je er wel voor moeten waken dat je ze niet teveel voert en dat ze niet te vet worden. Ik overwinter zowel mijn adulten als de baby’s van T.p.rubrilineatus bij temperaturen van 1 – 7 ºC in de koelkast of de schuur; 6 – 8 weken is voldoende voor de baby’s, maar de adulten kunnen wel 3 – 4 maanden “slapen”.

Meer details zijn te vinden in mijn artikel over winterrust bij kousebandslangen (Bol, 2004).

Verspreiding en habitat van Thamnophis proximus rubrilineatus

Habitat van T.p.rubrilineatus in Real County (Maart 2012)

Habitat van T.p.rubrilineatus in Real County (Maart 2012)

De Roodgestreepte Lintslang is endemisch in Texas (komt alleen voor in de staat Texas) en daar komt hij uitsluitend voor op het Edwards Plateau.

Dit is een prachtig gebied met glooiende heuvels, kalkstenen rotsformaties, uitgesleten rivierbeddingen en veel kreekjes en riviertjes met helder water.

Real County, Edwards plateau (algemeen overzicht in Maart 2012)

In het vroege voorjaar zijn de hellingen bedekt met prachtige bloemen zoals de beroemde “Texas Bluebonnet”, een lupine soort.

In mijn meest recente artikel (Bol, 2014 in druk) welke te vinden is op mijn website ga ik in meer detail in op het natuurlijk habitat. Ook in een ouder artikel is informatie te vinden (Bol, 2001).

Texas Bluebonnet (Lupinus texensis)

Edwards Plateau, Texas, USA

Caresheet

Mijn meest recente artikel (Bol, 2014 in druk; zie deze website) kan prima dienen als handleiding hoe T.p.rubrilineatus verzorgt dient te worden en hoe je er mee kan kweken.

Kweek groep

Jonge nakweek van T.p.rubrilineatus

Mijn kweek groep bestaat uit (nakomelingen van) 7 onverwante wildvang exemplaren afkomstig uit “Real” en “San Saba County” in Texas.

Door gericht te kweken probeer ik voldoende genetische variatie te behouden om inteeltproblemen te voorkomen.
Hierdoor heb ik regelmatig nakweek beschikbaar welke niet direct verwant zijn en hierdoor zeer geschikt zijn om verder mee te kweken.

Literatuur:
Bol, S., 2001. Herpetological observations on the Edwards Plateau in central Texas; the habitat of the Redstripe Ribbon Snake (Thamnophis proximus rubrilineatus). The garter snake 6 (3): 4-14.
BOL, S., 2004. Hibernating Garter Snakes: A must or an option. The garter snake 9 (2): 3-11
BOL, S., 2014. Redstripe Ribbon Snake Thamnophis proximus rubrilineatus (Rossman, 1963) in the wild and in captivity. (in press)
ROSSMAN, D.A., N.B.FORD & R.A.SIEGEL, 1996. The Garter Snakes. Evolution and ecology. University of Oklahoma Press, Norman