Thamnophis sirtalis sirtalis, Gewone of Oostelijke Kousebandslang (Linnaeus, 1758)
Algemeen

T.s.sirtalis melanistisch; Volwassen man afkomstig uit Ohio, USA
Thamnophis sirtalis sirtalis is erg bekend en populair onder kousebandslangenliefhebbers.
De melanistische vorm is echt de eerste en meest klassieke kleurvariant van Thamnophis. De melanistische T.s.sirtalis komt in tegenstelling tot enkele andere kleurvarianten (zoals de albino bijvoorbeeld) echt in relatief hoge aantallen in het wild voor. Hij kan dan ook gezien worden als een van de weinige “natuurlijk voorkomende” kleurvarianten.
Lengte en grootte van Thamnophis sirtalis sirtalis

T.s.sirtalis melanistisch; Volwassen man afkomstig uit Ohio, USA
De langste Thamnophis sirtalis ooit gevonden had een lengte van 137,2 cm (Rossman et all., 1996) maar deze lengte is heel uitzonderlijk.
Volwassen mannetje zijn normaliter ongeveer 70 – 80 cm lang en relatief slank gebouwd.
Vrouwtjes worden doorgaans veel zwaarder en bereiken gemiddeld een lengte van 80 – 100 cm.
Beschrijving van de melanistische Oostelijke kousebandslang

T.s.sirtalis melanistisch; Volwassen vrouw afkomstig uit Ontario, Canada
Melanistische Oostelijke kousebandslangen zijn voornamelijk diep zwart.
Ze zijn op hun mooist net name wanneer ze zojuist zijn verveld. Ook de onderzijde is voornamelijk egaal zwart.
De beschubbing aan de onderzijde van de kin, sommige van de lipschubben en enkele schubben vnl. aan de zijkant van de kop kunnen echter hun normale lichte kleur hebben, witachtig of bruinachtig.

Volwassen T.s.sirtalis (normaal gekleurd) vlakbij Niagara Watervallen, Ontario, Canada
Ook op het lichaam kunnen verspreid individuele schubben zitten met de normale kleur, vooral de schubben aan de zijkant van het lijf waarop zich normaliter de zijstreep bevind. Bij sommige exemplaren komen deze individuele normaal gekleurde schubben voor tot ongeveer 1/3 van de lichaamslengte. Naar achter toe zijn meestal geen normaal gekleurde schubben meer te ontdekken. Doordat het patroon waarin deze schubben voorkomen varieert per slang kan je dit makkelijk gebruiken om individuele slangen uit elkaar te houden.
Terrarium voor Thamnophis sirtalis sirtalis

T.s.sirtalis melanistisch; Volwassen man afkomstig uit Ontario, Canada
Oostelijke kousebandslangen doen het over het algemeen goed in een warm en droog terrarium met een kleine waterbak.
Minimale afmeting voor een volwassen paartje is 60 x 50 x 50 cm, maar 150 x 50 x 50 cm geeft ze meer ruimte en meer variatie in temperatuur. Nachttemperaturen mogen in het voor- en najaar aanzienlijk (tot 10°C of zelfs nog lager) zakken, dat is geen enkel probleem. Ze hebben geen grote waterbak nodig om het goed te doen in gevangenschap.

T.s.sirtalis melanistisch; Volwassen vrouw afkomstig uit Ontario, Canada
De volwassen slangen zijn bijna altijd goed zichtbaar in het terrarium, meestal zonnende op taken op de warmste plek in het terrarium. Thamnophis sirtalis sirtalis is ook prima geschikt om in een buitenterrarium te houden daar deze slangen afkomstig zijn uit een gebied met lange en koude winters. Het Nederlandse klimaat kan echter wel (zeker in het voor- en najaar) een beetje te nat en te koud zijn met weinig zon. Ik heb ze succesvol gehouden en gekweekt in mijn buitenterrarium (Bol, 1997). Het zijn makkelijke eters. Ik geef ze voornamelijk vis (spiering) maar ze zijn ook makkelijk te wennen aan baby muizen.
Om de pasgeboren slangetjes aan het eten te krijgen zijn wormen (in stukjes gesneden) zeer geschikt.
Ik geef zowel de volwassen slangen als de pasgeboren baby’s een winterrust bij 0 – 7 ºC in de koelkast; 2 maanden voor de baby’s en tot zo’n 5 – 6 maanden voor de volwassen slangen.
Verspreiding en habitat van Thamnophis sirtalis sirtalis
De Oostelijke kousebandslang heeft een gigantisch verspreidingsgebied voor Zuid / Centraal Canada tot het uiterste zuiden van Florida en zuidoosten van Texas.

Habitat T.s.sirtalis en Nerodia sipedon sipedon nabij de Niagara watervallen, Ontario Canada

Typische kalkstenen biotoop op Pelee eiland; 7 mei 2005.
Dit betekend onder andere dat ze voorkomen in zeer uiteenlopende klimaten en habitats. Melanistische Thamnophis sirtalis zijn bekend uit verschillende locaties in het Noordelijke deel van hun verspreidingsgebied, met name het gebied rondom het Erie-meer. Melanisme komt niet alleen voor bij de nominaat vorm, maar is ook gevonden bij T.s.parietalis en T.s.pallidulus. Zonder het precieze herkomstgebied van melanistische T.sirtalis te kennen is het zeer lastig te achterhalen tot welke ondersoort ze behoren. Ik heb Oostelijke kousebandslangen waargenomen op verschillende plekken rondom het Eriemeer in zowel Michigan, Ohio en Ontario. Melanistische exemplaren heb ik alleen gezien in Ohio (waar ze vlak bij de oevers van het gigantische Erie-meer voorkomen) en op het Canadese Pelee eiland gelegen in het Erie-meer.
Op het Pelee eiland deelt de Oostelijke Kousebandslang zijn leefgebied met de Eriemeer Waterslang, Nerodia sipedon insularum (Bol, eigen waarnemingen). Dit eiland ligt in het westen van het Erie-meer en bestaat voornamelijk uit kalksteen.

Habitat T.s.sirtalis en Nerodia sipedon sipedon nabij de Niagara watervallen, Ontario Canada
Thamnophis sirtalis sirtalis komt voornamelijk voor in het vochtigere gebieden op het (kleine) eiland en nabij de oevers van het meer. De populatie van T.s.sirtalis op Pelee eiland bestaat voor een aanzienlijk deel uit (27%) uit melanistische exemplaren. Toen ik het eiland begin mei 2005 bezocht vond ik een overwinteringsplek waar T.s.sirtalis en N.s.insularum gezamenlijk overwinteren, en in ieder geval de laatste soort in grote aantallen. Ik zag een aantal mannelijke Erie-meer waterslangen uit hun overwinteringshol tevoorschijn kruipen waarna ze dicht in de buurt bleven wachten met hun kop alert in lucht. Ik had sterk de indruk dat ze lagen te wachten op vrouwtjes die het overwinteringshol zouden verlaten. Een paar (normaal gekleurde) T.s.sirtalis lagen te zonnen vlakbij het overwinteringshol. Het was duidelijk dat het voorjaar pas net begonnen was voor zowel N.s.insularum als T.s.sirtalis op dit eiland, wat overeenstemt met waarnemingen vermeldt in de literatuur (in: Seymour & King, 2003).

Habitat T.s.sirtalis en Nerodia sipedon sipedon nabij de Niagara watervallen, Ontario Canada
Voorkomen op het grensgebied tussen de US en Canada in het Erie-meer betekend dat deze slangen gewend zijn aan een land klimaat met lange winters met veel sneeuw en vorst en korte maar warme zomers. Omringd zijn door het reusachtige Erie-meer heeft een grote invloed op het microklimaat op Pelee eiland. In de herfst zijn de temperaturen milder door het warme water, maar in het voorjaar zullen de temperaturen wat achterblijven door het ijskoude water.
Overwintering kan in dit gebied ongeveer duren van eind september tot eind april (tot wel 7 maanden in: Seymour and King, 2003).
Ik geef zowel de volwassen slangen als de pasgeboren babies een winterrust bij 0 – 7 ºC in de koelkast; 2 maanden voor de baby’s en tot zo’n 5 – 6 maanden voor de volwassen slangen.
Care sheet
De richtlijnen voor de verzorging in gevangenschap van T.a.atratus (Bol, 2007) zijn ook in grote lijnen van toepassing voor T.s.sirtalis. Uiteraard is het grootste verschil de langere winterrust van de veel noordelijker voorkomende melanistische Oostelijke Kousebandslang. T.s.sirtalis is aangepast aan lange en koude winters.
Kweek groep
Mijn huidige kweekgroep bestaat uit (nakomelingen van) een paartje afkomstig uit het uiterste zuiden van Ontario, Canada en een mannetje afkomstig van de zuidelijke oevers van het Erie-meer in Ohio, USA.
Inteelt

T.s.sirtalis melanistisch; Volwassen vrouw afkomstig uit Ontario, Canada
Melanistische Oostelijke Kousebandslangen behoren tot de eerste kleurvariant die gekweekt worden in Europa begin jaren ’90. In 1988 werden er een paar (wildvang??) melanistische T.s.sirtalis aangeboden in een reptielenwinkel in Nederland (Bol, 1996).
Een paartje werd aangeschaft door Theo Huiberts, een bevriende kousebandslangenliefhebber die ze verschillende jaren heeft gekweekt. De melanistische Oostelijke kousebandslang werd erg populair onder de Europese Kousebandslangenliefhebbers en hoogstwaarschijnlijk waren alle exemplaren die werden gekweekt en aangeboden op beursen in de daaropvolgende jaren verwant aan dat ene paartje uit 1988.

T.s.sirtalis melanistisch; Volwassen vrouw afkomstig uit Ontario, Canada
Een situatie die vergelijkbaar is met de situatie rondom T.s.tetrataenia. Na enkele jaren gingen de kweekresultaten omlaag. Er ontstonden meer problemen met de kweek en enkele kwekers waren ervan overtuigd dat dit het gevolg was van inteelt. In 1995 heb ik de kweekgroep van Theo Huiberts overgenomen en heb ik ze ook enkele jaren gekweekt. Op basis van mijn eigen waarnemingen had ik destijds wel mijn twijfels of sommige van teleurstellende kweekresultaten echt het gevolg waren van inteelt (Bol, 1996).
Inteelt of niet, het is wel een feit dat de hele populatie in gevangenschap in Europa afkomstig was van twee wildvang exemplaren, en mogelijk was het paartjes uit 1988 al broer en zus. Gelukkig worden er nu verschillende bloedlijnen gekweekt in Europa en mijn kweekgroep is ook 100 % onverwant aan de exemplaren uit 1988. De kweekresultaten met deze nieuwe bloedlijn zijn erg goed.
Literatuur:
Bol, S., 1996. Melanistische Kousebandslangen; inteelt, uitval en vererving van het melanisme. The Garter Snake 1 (3): 18-25.
Bol, S., 1997. The melanistic “common garter snake” in the outdoor terrarium (part 1).
The Garter Snake 2 (2): 2-8.
Bol, S., 1997. The melanistic “common garter snake” in the outdoor terrarium (part 2).
The Garter Snake 2 (3): 8-22.
Bol, S., 2007. Verzorging en kweek van de Santa Cruz Kousebandslang Thamnophis atratus atratus. Lacerta 65(5): 200-217.
Rossman, D.A., N.B. Ford & R.A. Siegel, 1996. The Garter Snakes. Evolution and ecology. University of Oklahoma Press, Norman.
Seymour, M.M. and R.B. King, 2003. Lake Erie Watersnake Recovery Plan (Nerodia sipedon insularum). Department of the Interior U.S. Fish and Wildlife service. Great Lakes-Big Rivers Region (Region 3). Fort Snelling, MN.