Thamnophis eques obscurus (Conant, 2003); Meer van Chapala Kousebandslang
Algemeen
Thamnophis eques obscurus, een ondersoort va de Mexicaanse Kousebandslang, is nog altijd behoorlijk zeldzaam in de meeste kousebandslangencollecties.
Deze ondersoort is beschreven door Conant (2003) en komt uitsluitend voor in het meer van Chapala, Mexico.
Lengte en lichaamsbouw van Thamnophis eques obscurus.
Het is een grote en zwaargebouwde Kousebandslang en Conant (2003) vermeldt een nieuwe maximum lengte voor T.eques (obscurus) van 121,6 cm.
Zelf heb ik in Mexico een T.eques (scotti) waargenomen van ongeveer 130,7 cm (Bol & Bruchmann, 2012).
Met name de vrouwtjes van Thamnophis eques worden erg groot en zijn daarbij ook heel zwaar gebouwd. De volwassen vrouwtjes van T.eques zijn de grootste kousebandslangen die ik ooit heb gezien. De enige soort Thamnophis die echt veel groter wordt is de Californische T.gigas. Mijn grootste vrouw is 3,5 jaar oud en 121 cm lang, mijn grootste man is 5,5 jaar oud en 83,5 cm lang.
Beschrijving van Thamnophis eques obscurus.
Deze ondersoort van T.eques heeft een ongebruikelijke uiterlijk voor een kousebandslang waardoor hij makkelijk te onderscheiden is van andere soorten en ondersoorten.
Deze slangen zijn donker (grauwbruin) van kleur. De rugstreep is meestal duidelijk zichtbaar in de juvenielen, maar bij de volwassen is hij soms nauwelijks meer te herkennen. De kleur van de rugstreep is, indien aanwezig, meestal licht bruin.
De zijstrepen zijn in de meeste exemplaren goed te herkennen: wit in de juvenielen maar prachtig blauw tot grijsblauw in de volwassen exemplaren. Ook de supralabiaal-, nek- en buikschubben hebben deze typische blauwe tot grijsblauwe kleur. De blauwe kleur ontwikkelt zich met het ouder worden van de slangen. De 2 rijen schubben tussen de zijstreep en de buikschubben zijn lichter van kleur dan de schubben boven de rugstreep. Ze hebben een lichtergekleurde kern die qua kleur neigt naar brons.
De dubbele rij vlekken tussen de rug en zijstreep zijn soms redelijk duidelijk te zien (met name bij zwangere vrouwtjes en na het eten) maar sommige exemplaren lijken vrijwel egaal qua kleur en tekening.
Net als de andere ondersoorten van Thamnophis eques is het accuraat beschrijven van kleur en tekening lastig vanwege het glimmende en fluorescerende karakter van de schubben.
Het totaalbeeld qua kleur en tekening komt goed overeen met de (grijzige) kleur van het water en van de rotsen in het meer van Chapala.
Terrarium
De Meer van Chapala Kousebandslang doet het erg goed in het terrarium. Deze slangen kunnen vrij schuw zijn, hoewel de nakweek dieren deze schuwheid voor een groot gedeelte verliezen met het ouder worden. In bepaalde jaargetijden (met name voorjaar en najaar) zijn deze dieren veel te zien uitgebreid zonnend op een stronk, zeker als het terrarium niet zo warm is en de dieren echt de warmste plek moeten opzoeken om hun voorkeurstemperatuur te bereiken. Wanneer je teveel beweegt zullen ze echter snel wegglijden in hun schuilplaats.
Vanwege hun grootte is het aan te raden een groot terrarium te bouwen met als minimum maten voor een volwassen koppel 100 x 50 x 50 cm, maar 150 x 50 x 50 cm beter is. Ze zijn prima te houden in een kurkdroog terrarium met een waterbak. Lokale temperaturen mogen plaatselijk op 30-35 °C uitkomen.
Een winterrust is niet absoluut noodzakelijk, maar het is waarschijnlijk dat ze in de natuur wel een rustperiode kennen met een lagere activiteit. Een koude periode (met vnl. lagere nachttemperaturen) in het terrarium van 2 – 3 maanden zal echter voldoende zijn om de dieren gezond te houden en er mee te kweken. Tot op heden geef ik deze dieren nauwelijks een winterrust. Maar de slangen zijn in de wintermaanden duidelijk minder actief, zonnen weinig en eten meestal maanden niet. De nachttemperaturen in mijn slangenkamer dalen ‘s nachts dan tot 8 – 12 °C.
Ik houd mijn volwassen dieren in een kurkdroog terrarium met een ruime waterbak.
Deze soort is in tegenstelling tot de meeste kousebandslangen ook prima te houden in een aqua-terrarium met een zeer ruim watergedeelte en slechts in een hoek een (kurkdroog) landgedeelte welke verwarmd wordt door een sterke lamp tot 30-35 °C. In een dergelijk biotoop terrarium zal het natuurlijke gedrag van deze sterk aquatische soort goed tot uiting komen.
De jongen worden bij mij in het terrarium geboren in mei, juni of juli.
Soms werpen ze een tweede maal in oktober.
Verspreiding en habitat van T.e.obscurus
Thamnophis eques obscurus komt uitsluitend voor in het meer van Chapala.
Dit grote meer ligt op 1525 meter hoogte in de Mexicaanse staat Jalisco en voor een klein gedeelte in de staat Michoacán.
Het is het grootste meer in Mexico: 80 km lang en 20 km breed.
In november 2007 en mei 2008 heb ik deze ondersoort in het meer van Chapala waargenomen. De dieren zijn hier voornamelijk te vinden op de stenige oevers en zwemmend in het meer.
In mei 2008 nam ik grote aantallen van deze ondersoort waar zonnend en parend in de wilgen die in het meer groeien.
Voor details zie mijn artikel (Bol, 2010 (26)), en het filmpje over unieke opnames van paargedrag in het wild.
Paargedrag van de Chapala Mexicaanse Kousebandslang
Care sheet
Het recente artikel over Thamnophis eques scotti (Bol & Bruchmann, 2012) wat online te vinden is op deze website kan prima dienen als leidraad (caresheet) hoe je T.e.obscurus kan verzorgen en hoe je er succesvol mee kan kweken.
Kweekgroep
Mijn kweekgroep bestaat uit (nakweek van) 5 onverwante wildvang exemplaren. Dit geeft de mogelijkheid jongen te kweken die totaal onverwant zijn.
Perfect voor toekomstige kweekprogramma’s zonder direct gevaar voor inteelt.
Ik kweek met deze ondersoort sinds 2009.
Literature:
Bol, S., 2010. Exciting observations on two sympatric garter snakes in “la Laguna de Chapala”, Mexico. ( Part 1 of 2). The garter snake 15 (1): 16-27.
Bol, S., 2010. Exciting observations on two sympatric garter snakes in “la Laguna de Chapala”, Mexico. ( Part 2 of 2). The garter snake 15 (2): 10-19.
Bol, S. & H. Bruchmann, 2012. Scott’s Mexican Garter Snake (Thamnophis eques scotti; Conant, 2003) in the wild and in captivity. ( Part 1 of 2). The garter snake 17 (3): 15-25.
Bol, S. & H. Bruchmann, 2012. Scott’s Mexican Garter Snake (Thamnophis eques scotti; Conant, 2003) in the wild and in captivity. ( Part 2 of 2). The garter snake 17 (24-31): 16-27.
Conant, R., 2003. Observations on Garter Snakes of the Thamnophis eques complex in the Lakes of Mexico’s Transvolcanic Belt, with descriptions of New Taxa. American museum novitates 3406: 1-64.